Mais - Diana's mooie moestuin (2024)

Eerst even dit, mocht je internationale informatie/zaden/tips/foto’s zoeken over/van mais:

  • Synoniemen: Suikermais
  • Latijnse naam: Zea mays
  • Engelse naam: Corn, Sweet Corn
  • Duitse naam: Mais, Zuckermais
  • Franse naam: Maïs

Mais is eenjarig en komt oorspronkelijk uit Mexico. En dat wordt duidelijk als je kijkt in hoeveel Mexicaanse gerechten ze wordt gebruikt, zowel in gerechten als in basis-ingrediënten (zoals maismeel). Gezien haar afkomst kun je ook bedenken dat maisplanten van een warmer klimaat houden dan wij haar in Nederland kunnen bieden. Gelukkig zijn door er kwekers en veredelaars ondertussen rassen ontwikkeld die het ook in Nederland prima doen. Mais houdt natuurlijk wel altijd van een zonnig plek en van een warme zomer.

PLANT

Er zijn 3 soorten maisplanten (of eigenlijk nog wat meer):

Voedermais (en dat wordt dan ook wel landbouwmais of snijmais genoemd). In Nederland wordt op steeds meer plaatsen voedermais op grote velden verbouwd. Deze maisplanten maken heel veel blad en maar zelden/weinig maiskolven; de planten worden volledig verhakseld en dienen dan als veevoer.

Suikermais: deze maïs wordt wel geteeld voor de kolf. De korrelis glad van uiterlijk, zacht zoet en bevat vrij veel zetmeel.

Extra zoete suikermais; ook deze maïs wordt geteeld voor de kolf. En nu is de korrel niet glad en met een zijdeglans maar meer rimpelig en met meer glans; de korrels bevatten meer suiker en minder zetmeel (en de mais is dus zoeter en minder melig).

Het is trouwens handig om te onthouden dat zaden die rond en glad zijn altijd meer zetmeel en minder suiker bevatten, en dat de meest rimpelige zaden de meeste suikers en dus minder zetmeel bevatten. Dat geldt niet alleen voor mais maar ook voor bijvoorbeeld doperwten.

En tot slot zijn er nog aparte rassen voor bijvoorbeeld siermais, maar ook voor pofmais (voor popcorn). Er zijn voor beide speciale rassen verkrijgbaar, zie daarover meer bij de alinea ‘Rassen’.

Een maisplant is een forse plant. Ze heeft een dikkestengel en een krachtig wortelgestel. Bovenaan de plant vind je de mannelijke bloem:

Deze ‘pluimen’ bevatten het stuifmeel. En in dezelfde plant, in een bladoksel, vind je dan devrouwelijke bloeikolven met daaraan de zijdezachte draden:

Voor een goede bevruchting moet het stuifmeel op deze draden vallen. Elk draadje wordt later een maiskorrel, en elk draadje/korrel in de kolf moet dus bevrucht worden. Soms zie je in een maiskolf dat er een aantal korrels ontbreken, daar is niks mis mee, dat zijn simpelweg lege plekjes waar maiskorrels zouden hebben gezeten wanneer ze waren bevrucht.

TEELTWIJZEN / OPKWEEK

Wij zaaien mais zelf zorondeindapril onder koud glas voor, in potjes. je kunt natuurlijk ook gewoon in huis zaaien, bij kamertemperatuur kiemen de zaden binnen 1 tot 2 weken. Zet de zaailingen na de kieming wel iets koeler (slaapkamertemperatuur), en zo licht mogelijk, zodat de zaailingen niet naar het licht strekken en lang en dun worden.

In de kas moet je de potjes met de zaden waarschijnlijk wel beschermen want muizen vinden de zaden erg lekker.

De jonge zaailingen maken al gelijk een flink wortelgestel, vandaar dat we 1 zaadje per potje zaaien.

Buiten zaaien is ook een optie maar bedenk dan dat je langer moet wachten met zaaien (omdat het daar veel kouder is en vorst is heel schadelijk voor mais, en bij strengere vorst dodelijk).Bovendien kunnen de zaden rotten in te natte grond,en tot slot stikt het buiten vankapers op de kust, want niet alleen muizen vinden de zaden lekker, maarook veel vogels, ratten, etc..

Sinds een paar jaar zaai ik maïs voor in vermiculiet. Het is belangrijk om dat te zorgen voor voldoende vocht zonder dat het vermiculiet kletsnat is en blijft. Maar door de losse structuur plus een temperatuur boven de 20 graden zorgt voor een snelle kieming:

Mais - Diana's mooie moestuin (5)

En zokunnen wede zaailingen na het kiemen makkelijk verspenen en vervolgens beschermd en lekker warm in voedzame potgrondlaten groeien tot het uitplanten vanaf half mei (ijsheiligen).

Mais - Diana's mooie moestuin (6)
Mais - Diana's mooie moestuin (7)

RASSEN

Het assortiment rassen dat geschikt is voor Nederland isnogsteeds groeiend. Het bestaatook voor een groot deel uit F1-hybriden. En waar ik bij veel groenten liever zaadvaste rassen kies, ligt bij mais (en ook bij een aantal koolsoorten) mijn voorkeur vaak wel bij zo’n F1-hybride-ras; omdat ze vaak extra zoet zijn de planten en beter bestand zijn tegen een koele Nederlandse zomer.

Zoete rassen zijn bijvoorbeeld Golden Bantam,True Gold. Extra zoete rassen zijn onder andere Tasty Sweet F1, Damaun, Vanilla Sweet F1, etc.. Lees altijd de rasbeschrijving want daarin wordt altijd duidelijk gemaakt hoe zoet een ras is.

Naast de hybriderassen zijn er nog zaadvaste rassen met witte, gele, blauwe of rode kolven – niet altijd dubbelzoet maar zekervaakzoet genoeg enlekker.Google vooral eens op maiszaden of sweet corn in het Engels voor een grote hoeveelheid rassen, van geel tot roze en blauw tot rood en zwart en gemengde kleuren in een kolf, etc.. Lees uiteraard wel ook de beschrijving want uiteindelijk is mooi leuk, maar lekker blijft het belangrijkst. Ik teelde dit soort kleurrijke rassen (foto hierboven) vaak als siermais, erg leuk op de herfst-tuintafel, blijft maanden goed en mooi op kleur(en als je ze laat liggen kunnen muizen en vogels in de winter de zaden opeten).

Een geheel ander soort is dan nog de popcornmais (Zea mays var. everta). Bij deze soort zijn de korrels kleiner en spitser. De korrels worden met wat olie in een pan met deksel gepoft tot popcorn. Een bekend ras van dit type is Peppy F1.

BODEM / BEMESTING

Mais groeit goed op onze vette klei: lekker voedzaam envochtvasthoudend. De grond moet wel luchtig zijn zodat het flinke wortelgestel zich goed kan ontwikkelen. Daarom iscompost en/ofoude stalmest toedienen en grondbewerking (hetzij spitten, hetzij beluchten) aan te raden.Voor zandgrond is de luchtigheid van de grond geen probleem, en het toevoegen/onderwerken van compost en oude stalmest zou het humusgehalte moeten verhogen en dus ook de vochtvasthoudendheid.

Als voeding geven we een week of 2 voor het uitplanten van de zaailingen een ruime hoeveelheid algemene organische moestuinvoeding zoals bijvoorbeeld groene Culterra.Mocht je geen bezwaar tegen kunstmest hebben kun je ook wat 12-10-18 geven. Mais houdt ook vanwat extra Magnesium, en dat kun jetoedienen door wat magnesiumhoudende kali te geven.

Hoe dan ook: maisplanten zijn behoorlijke slokoppen, je kunt aan de grootte van de planten, de dikke stelen en het grote groene blad al zien dat ze wel wat voeding lust.

STANDPLAATS

Mais staat graag zonnig en dat is logisch, gezien haar Mexicaanse afkomst. Eigenlijk is mais een grassoort. Er zijn geen bijzonderheden met de vruchtwisseling te verwachten, simpelweg omdat ze geen eetbare familieleden in een moestuin heeft en je dus alleen hoeft te zorgen dat je ze elk jaar op een ander plekje zet. Ze heeft dezelfde stevige bemestingsbehoeften als vruchtgewassen, en om die reden past ze in een eventuele vruchtwisseling in het vak van vruchtgewassen als pompoenen, courgettes, etc..

Je kunt in de moestuin handig gebruik maken van maisplanten; omdat het zulke grote planten worden kun je maiszaailingen zo uitplanten dat ze in volwassen staat als windscherm en warmtevanger kunnen dienen voor de vruchtgewassen die graag beschut staan, zoals komkommer, tomaat, augurk, etc..

Omdat ze van dezelfde omstandigheden als veel voeding, warmte en vocht houden planten wij maïs vaak naast pompoenen. Pompoenen maken veel stengels en blad en andere planten delven daarnaast vaak het onderspit (op courgettes na). Maar mais naast (en zelfs tussen) liggende/kruipende pompoenen in gaat juist heel goed:

Als mais hier naast pompoenen en-of courgettes staan betekent dat vrijwel altijd ook dat ze in mest van enkele maanden oud staan. Je kunt dat op de foto hierboven ook enigszins zien: het grijzige stro is de bovenkant van de mest die eronder ligt. Als je daar meer over wilt weten: ik heb er eens een uitgebreid blog over geschreven: Courgettes, pompoenen (en dus ook mais) in de mest.

ZAAIEN

Zaai maiszaden vooral niet in koude grond, want dan kiemen de zaden en niet en uiteindelijk zullen ze gaan rotten. Om die reden vinden we het minder handig om ze ter plaatse te zaaien. Daarnaast zijn muizen en vogels ook nog eens gek op de zetmeelhoudende zaden. Voorzaaien in huis of in de koude kas heeft wat ons betreft dus de voorkeur.

Zoals al eerder gezegd zaaien we zelf in vermiculiet voor maar gelijk in 9 centimeter-potjes zaaien kan natuurlijk ook. Zaai de zaden dan een centimeter of 2 diep in potgrond die je wat luchtiger hebt gemaakt door er een handje grof zand door te mengen. Geef voldoende water maar niet teveel; kletsnatte grond zorgt voor schimmelende en rottende zaden. Na ongeveer een week (bij kamertemperatuur) kiemen de zaden, en de groei gaat vrij snel: een week of 3 daarna kunnen de zaailingen al uitgeplant worden.

ZAAITABEL / PLANTAFSTAND:

PLANTEN

Mais wordt bestoven door de wind. Ze staan daarom graag in groepen bij elkaar. Je plant lieverkorte rijen achter elkaar (dus in een blokvorm) dan 1 lange rij.

Het zijn stevige planten die geen steun nodig hebben (zelfs hier dichtbij de kust en dus soms stevige zeewind is er nog nooit een maisplant omgewaaid/omgevallen).

TEELTZORGEN

Uiteraard hoort wieden bij de teeltzorgen. Dat doe je bij voorkeur met de hand want maisplanten maken naast diepere wortels ook veel oppervlakkige wortels die je bij schoffelen of hakken kunt beschadigen. Een andere optie is om de grond rond de maisplanten te bedekken, bijvoorbeeld met stro, gronddoek, of bladafval; het houdt de grond licht vochtig en maakt wieden (vrijwel) overbodig. Sinds wij pompoenen en mais bij elkaar zetten staan de maisplanten automatisch in dezelfde ‘hoop’ van paardenmest; het stro in de mest dient als bodembedekker en houdt zo onkruid tegen en helpt tegen uitdrogen.

‘Dieven’: in de bladoksels verschijnen vaak zijstengels. Aan deze zijstengels komen soms ook nog wel kleine kolfjes, maar die blijven vaak kleiner en soms zijn ze zelfs onvolgroeid. Houd de 1 of 2 kolven aan die uit de hoofdstengel komen en verwijder de zijstengels met eventuele kolfjes; de 1 of 2 aangehouden kolven uit de hoofdstam zullen daardoor niet alleen groter worden maar ook zoeter van smaak zijn.

Op de foto hieronder zie je een half volwassen plant met onderin een dief waaraan geen kolf zal komen. Eigenlijk had ik die dief al eerder weg kunnen halen want nu heeft ze al wat energie van de plant gevergd.

Na het dieven zien de planten er zo uit, alle overbodige zijstengels zijn weggehaald:

Vooral rond de bloeiperiode is voldoende vocht voor de planten belangrijk, bij droogte worden de korrels in de kolf minder goed gevormd. Geef om die reden regelmatig waterin droge perioden.

Een mogelijk vervelend verschijnsel is kruisbestuiving (zie ook bij ‘Zaadteelt’). Bloemen die worden bestoven door het stuifmeel van bijvoorbeeld voedermaiskunnen maiskorrels geven waarin de suikers in zetmeel worden omgezet; de smaak zal dan ergens tussen die van suikermais en zetmeelrijke maïs in liggen. Stuifmeel van andere soorten mais kan wel tot 500 meter ver ‘waaien en dus kruisbestuiven. Alleen al daarom zorg je dus voor een grotere groep maisplanten naast en achter elkaar, wantzo bestuiven ze vooral elkaar.

Voor alle duidelijkheid: kruisbestuiving is iets wat je vooral in de volgende generatie merkt (denk aan pompoenen die ook bij kruisbestuiving prima van vorm, kleur en smaak zijn maar waarbij de geoogste en gezaaide zaden volgend jaar vruchten geven in andere kleuren en smaken en ook licht bitter kunnen zijn). Bij mais kun je het wel in die eerste generatie al merken, simpelweg omdat je de zaden eet (en bij pompoenen eet je de vruchten waar de zaden in zitten).

Hier hebben weeigenlijk nooitlast van kruisbestuiving door ‘minder lekkere’ maissoorten; op onze volkstuin worden vooral zoete en dubbelzoete rassen geteeld (en die kruisen dus hooguit met elkaar), voor kruisen met voedermais hoeven we midden in destad eigenlijk niet bang te zijn.

Niet leuk maar wel belangrijk: muizen en ratten en vogels houden van de jonge maiskorrels bij het zaaien, maar dus ook bij het rijpen. Op de foto zie je een maïskolf die in 1 nacht volledig opgevreten is, door waarschijnlijk een rat. Houd de planten goed in de gaten wanneer ze gaan rijpen en grijp desnoods in als er problemen zijn (bijvoorbeelddoor fijnmazig gaas over de planten of kolven te bouwen, hoewel we ook wel eens hebben gezien dat een vliesdoek doorgevreten was tot ook de kolf kon worden opgegeten, het blijft lastig om dit soort vraat te voorkomen).

OOGST / BEWAREN

In sommige boeken en op internet lees ik dat mais 3 tot 4 kolven per plant oplevert. Bij de lekkerste suikermaisrassen heb ik nog nooit meer dan 1 of hooguit 2 kolven kunnen oogsten. En als er al een 2e kolf is, dan is die 2e kolf vaak kleiner en onvolgroeid. Ik heb wel eens 3 of 4 kolven per plant kunnen oogsten maar dan ging het altijd om om mini-mais, pofmais, en andere kleinvruchtige soorten.

Je oogst de kolf vooral vlak voordie kolf helemaal rijp is (het wordt ook wel melkrijp genoemd, als je wat van het kaf verwijdert en met je vingernagel in een maiskorrel prikt komt er wat wittig vocht uit). De korrels zijn dan wel al geel maar nog wel zacht.

Aan de draden dieboven de kolf uithangen kun je zien wanneer de kolven rijp zijn om te plukken; als deze niet meer zijdezacht maar donkerbruin en verdroogd zijn, dan zijn ze rijp.

Op de foto hieronder zie je een kolfwaarvan de draden al aan het verdrogen zijn (maar nog niet helemaal totde kolf –deze kolf moet dus nog even doorrijpen).

Het moment van plukken luistert vrij nauw: te vroeg geplukte kolven geven zachte wittig gele onvolgroeide korrels die nog niet echt lekker en zoet smaken. Te laat geoogste kolven geven harde gedeukte korrels die melig zijn (de suikers zijn dan ondertussen omgezet in zetmeel). Controleer dus regelmatig de korrels in een kolf.

Op de foto hieronder zie je een helaas te laat geoogste maiskolf, de korrels zijn niet zachtgeel en dik en vol en sappig meer, maar al donkergeel en gekreukt. De smaak en sappigheid zijn daardoor al flink achteruit gegaan:

De oogstperiode ligt ergens tussen begin augustus en eind september (afhankelijk van ras, zaaitijd, en omstandigheden als voeding, zon, temperatuur).

Van een geoogste kolf vermindert het suikergehalte heel snel (om te zorgen dat de plant = kolf zich kan vermenigvuldigen worden na de plukde suikers in de zaadkorrelssnel omgezet in zetmeel). Ik las ergens dat binnen enkele uren na de oogst het suikergehalte in de mais al gehalveerd wordt. Eet geoogste maiskolven dus het liefst dezelfde dag, zo vers mogelijk. In de koelkast zijn maiskolven enkele dagen te bewaren maar de extra zoete kwaliteit wordt dus wel beduidend minder. Je kunt ook de kolven direct na de oogst 6 minuten in water koken; dit stopt de omzetting van suikers in zetmeel. Daarna kun je de kolvenbijvoorbeeld invriezen.

Zelf oogsten we de maiskolven vlak voor we naar huis gaan, ik verwijder gelijk de bladeren en ik vries ze vervolgens bij thuiskomst gelijk rauw in, dat gaat ook heel goed (als we mais willen eten kook ik water en doe daar vervolgens de nog bevroren maiskolven in, na 20 minuten koken zijn ze gaar en klaar om bijvoorbeeld vervolgens te worden gegrild of voor andere recepten).

ZAADTEELT

Zelf zaden oogsten van mais is niet gemakkelijk; de kans op kruisbestuiving is heel groot als er binnen een straal van 500 meter andere maissoorten worden geteeld (ik las in het boek Seed to Seed zelfs een afstand van 3 kilometer), en dat is lastig op een volkstuin.

De enige juiste manier is daarom zelf bestuiven: doe een papieren zak (plastic verstikt en zorgt voor condens) ondersteboven over de vrouwelijke bloeikolven (een papieren broodzak is bijvoorbeeld handig). Als de mannelijke graanachtige bloem stuifmeel afgeeft verwijder je de zak en bestuif je de kolf met de hand. Doe dat wel heel zorgvuldig; elke zijdezachte draad van de vrouwelijk bloem zorgt voor 1 maiskorrel,dus zorg dat je zoveel mogelijk van die zijdezachte draden bestuift. Daarna bind je de zak weer om. Laat de kolf volledig aan de plant rijpen, tot ze al donkergeel en rimpelig wordt. Oogst de kolf voor de eerste nachtvorst, droog ze en oogst de korrels.

Mais - Diana's mooie moestuin (19)
Mais - Diana's mooie moestuin (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Duane Harber

Last Updated:

Views: 5700

Rating: 4 / 5 (51 voted)

Reviews: 82% of readers found this page helpful

Author information

Name: Duane Harber

Birthday: 1999-10-17

Address: Apt. 404 9899 Magnolia Roads, Port Royceville, ID 78186

Phone: +186911129794335

Job: Human Hospitality Planner

Hobby: Listening to music, Orienteering, Knapping, Dance, Mountain biking, Fishing, Pottery

Introduction: My name is Duane Harber, I am a modern, clever, handsome, fair, agreeable, inexpensive, beautiful person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.